Waarom zou je etiketten van producten lezen? Wat staat er eigenlijk allemaal op? En vooral: wat kun je ermee? Want volgens de consumentenbond worden we als consument nog altijd massaal voor de gek gehouden met de informatie op de etiketten. Soms kom je producten tegen waarvan je met je gezonde verstand weet dat ze ongezond zijn. Maar op het etiket worden ze aangeprezen als gezond en goed voor de lijn. Welke informatie heb je nodig om te kunnen kiezen voor gezonde producten? In dit blog ga ik in op het lezen van etiketten.
Wat is een etiket?
In de wet is geregeld dat voedingsmiddelen een etiket moeten dragen. Op de website van de Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) is te lezen: ‘Eerlijke en duidelijke voedselinformatie beschermt consumenten en voorkomt misleiding. Levensmiddelenfabrikanten moeten op etiketten van voorverpakte levensmiddelen goed leesbaar vermelden wat erin zit, hoe het te gebruiken is en wat de houdbaarheidsdatum is. Vooral informatie over allergenen is belangrijk, omdat consumenten daar ziek van kunnen worden. Medische claims zijn niet toegestaan.’ Dit klinkt eenvoudig en duidelijk. Helaas is de werkelijkheid iets ingewikkelder. Zo is alleen al aan meer dan 50% van verpakte producten suiker toegevoegd. En niet alleen suiker…
Wat moet er op het etiket staan?
In de wet is ook geregeld welke informatie er op het etiket moet staan. Het gaat dan om:
- De naam van het levensmiddel, beschrijving van wat het is, bijvoorbeeld: ‘tomatensaus’
- De lijst van ingrediënten
- Of er allergenen in het product zitten
- De kwantitatieve ingrediënten declaratie (hoeveelheid energie en vet, verzadigd vet, koolhydraten, suikers, eiwitten en zout per 100 g of 100 ml)
- Netto hoeveelheid van de inhoud (bijvoorbeeld uitlekgewicht)
- Houdbaarheidsdatum
- Bijzondere bewaarvoorschriften en/of gebruiksvoorwaarden
- Naam/handelsnaam en adres van verantwoordelijke exploitant
- Land van oorsprong of plaats van herkomst
- Gebruiksaanwijzing als het levensmiddel zonder gebruiksaanwijzing moeilijk te gebruiken is
- Percentage alcohol voor dranken met meer dan 1,2 procent alcohol
- Voedingswaarde
Hoe lees je een etiket?
Een aantal punten van bovenstaand lijstje zijn zonder meer duidelijk. Andere aspecten vragen iets meer toelichting.
- De ingrediëntenlijst (ingrediëntendeclaratie) geeft de samenstelling weer. Het is een lijst van grondstoffen waaruit het product is gemaakt. Dit kan variëren van verse groenten tot chemische stoffen die eraan toegevoegd zijn. Je kunt hierbij denken aan geur-, kleur- en smaakstoffen en conserveringsmiddelen of emulgatoren (stoffen om iets een samenhangende consistentie te geven). In het algemeen kun je ervan uit gaan dat het product meer bewerkt is naarmate er meer ingrediënten in zitten. En daarmee vaak minder gezond.
- Voedingswaarde van het product. Je kunt zien hoeveel gram koolhydraten, vetten, eiwitten, vezels en zout erin zit. De vetten worden uitgesplitst in verzadigd en onverzadigd vet.
- De referentie inname is een onderdeel van de voedingswaardetabel. Hiermee wordt aangegeven wat je per 100 gram product binnen krijgt van de aanbevolen hoeveelheid per dag van eiwitten, koolhydraten enz. Dit heeft betrekkelijk weinig nut, omdat het er maar van afhangt waarop die hoeveelheid per dag gebaseerd is.
- Wat betreft de houdbaarheidsdatum kun je twee verschillende aanduidingen tegenkomen:
– THT (Tenminste Houdbaar Tot) staat op producten die niet snel bederven. Meestal kun je het daarna nog gerust eten. Zeker droge, verpakte voedingsmiddelen en producten in potten. Deze datum is in feite een trucje om ervoor te zorgen dat je ‘oude’ producten weg gooit, al zijn ze nog goed.
– TGT (Te Gebruiken Tot) staat op verse producten die wel snel kunnen bederven, zoals vlees en vis. Die datum kun je beter wel serieus nemen. Gebruik altijd je ogen en neus om te beoordelen of een product nog eetbaar is. - In de allergenen lijst staan stoffen waarvan bekend is dat ze allergische reacties kunnen veroorzaken. Uiteraard is dit lang niet op iedereen van toepassing. Voorbeelden zijn melk, gluten, bepaalde specerijen zoals selderij, en pinda’s.
- Claims waarom het zo gezond zou zijn. Medische claims mogen niet op een etiket staan. Wel aanduidingen als ‘helpt om gezond te blijven’. Hierbij is het vaak helemaal niet zo duidelijk of dit ook echt klopt.
Welke trucjes worden gebruikt om zelfs de meest kritische consument alsnog te verleiden om het product te kopen?
Het lijkt allemaal heel duidelijk en transparant. Toch gebruikt de voedingsmiddelenindustrie een heleboel trucjes om de consument te verleiden om producten te kopen. Zelfs als je gewend bent om etiketten kritisch te lezen, kun je er soms toch nog instinken. Ik noem een aantal ‘instinkers’.
- De volgorde van de ingrediënten: van het ingrediënt dat als eerste genoemd wordt, zit het meeste in het product, van het laatstgenoemde ingrediënt het minste. Dit is tegenwoordig ook niet meer eenduidig. Soms worden hoeveelheden gesplitst. Als bijvoorbeeld suiker vooraan zou moeten staan, wordt dit opgesplitst in verschillende soorten suiker, dus glucose, fructose etc. Dan is het aandeel kleiner en staat het dus verder in de lijst.
- Je ziet vaak op een etiket staan: ‘Vrij van…’ Dat is mooi, maar vraag je altijd af wat er dan wél in zit. Lees dus de ingrediënten. Soms zijn ongezonde ingrediënten vervangen door nog ongezondere. Ook glutenvrije producten zijn meestal vol gestopt met ongezonde alternatieven.
- Clean labeling betekent dat E-nummers niet als E-nummer op de ingrediëntendeclaratie staan, maar als stofnaam. Er staat dan bijvoorbeeld geen E-150, maar ‘caramel’. Dit klinkt veel onschuldiger. Overigens zijn niet alle E-nummers slecht!
- Rommelen met hoeveelheden en portiegroottes. Op het etiket zie he dan naast de waarde per 100 gram de waarde per portie staan. Dit zijn vaak zulke kleine porties, dat je nauwelijks van een portie kunt spreken. Dit wekt de indruk dat er weinig calorieën, vet en/of suiker in zit.
- Lightproducten hebben het imago gezonder te zijn. Vaak gaat het vet eruit en suiker erin. In de Eetlijn Methode tellen we sowieso geen calorieën en zijn we niet bang voor vet. Light producten zitten vaak ook vol met kunstmatige zoetstoffen, die zeer schadelijk kunnen zijn.
- Natuurlijk aroma als ingrediënt. Ook dit klinkt geweldig mooi. Echter: vaak gaat het om een stof die in het laboratorium gemaakt is door gisten genetisch te manipuleren. Zodoende is er weinig natuurlijks meer aan én heeft zo’n stof dezelfde werking als het beruchte E-621: het zet je stop-knopje op non-actief, waardoor je blijft dooreten.
- Afbeeldingen van producten op het etiket zetten om te lokken, terwijl het nauwelijks iets van dit ingrediënt bevat. Zo was er maisbrood dat geen of nauwelijks mais bevatte, maar zijn gele kleur kreeg door een kleurstof. Een ander voorbeeld is aardbeienyoghurt waar slechts een flintertje aardbei in te vinden is en op smaak gebracht door chemische smaakstoffen. Maar wel staat er een grote, frisse aardbei op de verpakking.
- ‘Nieuw, vernieuwd recept’ of ‘Nu nog lekkerder!’ op de verpakking. Vaak is er nauwelijks iets aan de receptuur veranderd.
- Vaak zijn de letters van een etiket nauwelijks leesbaar. Er zijn wel regels voor, maar desondanks blijft het vaak moeilijk om etiketten te ontcijferen.
- Verwijzen naar traditionele recepten en de term ‘ambachtelijk gemaakt’. Dit klinkt mooi, maar het komt meestal evenwel uit de fabriek en zit vol chemische troep.
- Suikervrij: de zoetstoffen zijn vaak niet gezond. Bovendien zegt dit niets over de rest van de ingrediënten.
- Soms kom je keurmerken tegen die nergens op slaan. Vaak zijn het gekochte logo’s. Er zijn meer dan 250 keurmerken, waarvan nog geen 4% betrouwbaar blijkt.
- Plantaardige producten. Het klopt wel dat het betreffende product van plantaardige oorsprong is. Maar je moet je dan wel afvragen wát er precies is. Vaak gaat het om zonnebloemolie en/of transvetten. Of het product zit vol met suiker en schadelijke e-nummers. De kreet ‘plantaardig’ alleen zegt dus nog niets over de gezondheid van een product.
- Gezondheidsclaims die niet waargemaakt kunnen worden. Medische claims mogen niet op een etiket staan, maar je ziet vaak wel aanduidingen die lijken te verwijzen naar een gezond product, zoals rijk aan vezels, 100% natuurlijke suikers, vetarm, toegevoegde vitamines… Echter, mét al die claims kunnen er nog steeds een heleboel ongezonde ingrediënten óók in zo’n product zitten.
- Krimpflatie is een nieuwe term die aanduidt dat het product duurder is door een kleinere verpakking die lijkt op de oude. Of minder inhoud in dezelfde verpakking. Altijd opletten dus.
- Biologisch heeft een gezond imago. Echter: een product is niet opeens gezond OMDAT het biologisch is. Ook in de bio winkel kun je producten tegenkomen die bijvoorbeeld veel suiker bevatten, gluten, zonnebloemolie. Lees dus ook daar altijd de samenstelling van producten kritisch door.
- De voedingswaarde klopt niet altijd. Het is logisch dat de voedingswaarde van hetzelfde product van verschillende merken iets in voedingswaarde verschilt, maar dit kan nooit een heel groot verschil zijn. Als dat wel zo is, kun je ervan uit gaan dat er ergens een fout gemaakt is.
Hoe kun je zien of er suiker aan een product toegevoegd is?
Soms vragen mensen zich af of er nu suiker toegevoegd is aan een product, of dat het gaat om van nature aanwezige suikers. Op een etiket zie je bij de voedingswaarde meestal staan: X g koolhydraten, waarvan suikers Y gram. Dit hoeft niet te betekenen dat dit toegevoegde suiker is. Niet alle koolhydraten worden voedingskundig onder de suikers gerekend. Om te weten of er suiker aan een product is toegevoegd, moet je bij de ingrediënten kijken. Staat daar suiker (of onder een schuilnaam) bij? Dan gaat het om toegevoegde suiker.
Wat is de Nutriscore en wat heb je eraan?
Sinds enige tijd kun je op veel producten ook de Nutriscore aantreffen. Het gaat om een label dat met letters van A t/m E werkt en de kleuren van groen tot rood. A is groen, E is rood. Het is bedoeld om de keuze voor de consument makkelijker te maken. In de praktijk is het echter een verwarrend en in feite weinig zeggende score. Per 1 januari 2024 wordt deze score methode toch (verplicht) ingevoerd. Er wordt wel gewerkt aan verbeteringen.
Bij het bepalen van de score wordt gekeken naar de hoeveelheid suiker, zout, vet (als negatieve punten) en eiwitten, vezels, fruit, groente, noten, peulvruchten (als positieve punten). Het aantal calorieën telt ook mee in de uiteindelijke score. De negatieve punten worden weggestreept tegen de positieve. Uiteindelijk zegt de score dus niets over de gezondheid van een product. Sterker nog, een gezond product kan een score E krijgen, bijvoorbeeld roomboter. Verder is het een vergelijkingsscore: binnen een bepaalde productcategorie kun je zo het meest gezonde product (of minst ongezonde) kiezen. Als je echt wilt weten of een product gezond is, kun je beter naar de ingrediënten kijken. Dit geeft duidelijkere en betrouwbaardere informatie dan de Nutriscore.
Hoe kun je zelf goede keuzes maken?
Het vereist wat kennis en vaardigheid om etiketten te lezen. Maar naarmate je het vaker doet zal het je gemakkelijker af gaan. Ik heb nog wat tips voor je.
- Let bij de voedingswaarde op 100 gram én op portiegrootte. Kijk dan wel naar je eigen portie. De aangegeven portiegrootte is vaak minimaal.
- De ingrediëntenlijst is essentieel. Kies bij voorkeur voor producten met maximaal 5 ingrediënten.
- Koop het liefst pure, onbewerkte voeding. Dat zijn producten zonder etiket.
- Vergelijk producten in samenstelling en voedingswaarde. Zo kun je voor het minst bewerkte product kiezen.
- Soms verandert de samenstelling, wat meestal niet ten goede is. Check dus regelmatig de ingrediënten van producten die je vaak gebruikt.
- Zorg dat je een lijstje met schuilnamen van suiker bij de hand hebt als je boodschappen gaat doen.
- Zoek een lijst van schadelijke E-nummers op en houd die bij de hand. Na enige tijd weet je de belangrijkste wel te herkennen aan nummer en/of naam.
Een paar voorbeelden van veel gebruikte producten waarbij je op moet letten
Tot slot geef ik nog een paar voorbeelden van producten waarbij je er zomaar in kunt tuinen.
- Zongedroogde tomaatjes: je komt ze meestal tegen in potjes met zonnebloemolie, wat een ongezond, bewerkt vet is. Koop ze liever op olijfolie (of zonder olie).
- Tomatensaus en puree: als je etiketten vergelijkt, kom je veel verschillen tegen. In principe hoeven er alleen tomaten in te zitten. Maar dit is lang niet altijd het geval…
- Bouillonblokjes zijn berucht vanwege E-621, suiker en andere toevoegingen. Het is een hele kunst om goede bouillonblokjes te vinden.
- Hazelnoten en andere noten: zijn vaak gebrand in slechte olie. Koop ze liever ongebrand en rooster ze zelf
Het is en blijft belangrijk om etiketten te lezen. Met een beetje oefening gaat je dat wel lukken. In de EetLijn Methode gebruiken we zoveel mogelijk pure en onbewerkte voeding. In de webshop van De EetLijn vind je alleen maar producten die EetLijnProof zijn. Daar bedoel ik mee dat ze passen in de EetLijn Methode en vrij zijn van schadelijke E-nummers, gluten, vrij van toegevoegde suikers en lactose-arm. De webshop vind je hier: https://shop.deeetlijn.nl/
Wil je meer weten over de EetLijn Methode? Stuur dan een mailtje naar nettie.bom@deeetlijn.nl Dan zoek ik een coach bij jou in de buurt.